Kieswijzer voor zzp’ers (2025): wat beloven de 10 grootste partijen na de val van kabinet‑Schoof?

In het kort; Standpunten van de 10 grootste politieke partijen
Partij | Belangrijkste standpunten voor zzp'ers |
PVV | AOV en pensioenopbouw op vrijwillige basis, DBA van tafel, weinig handhaving op schijnzelfstandigheid, behoud van de zelfstandigenaftrek. |
VVD | Collectieve AOV waar je van af mag wijken door te kiezen voor ‘’private polis’’, handhaving schijnzelfstandigheid richten op risicosectoren, Initiatiefwet Zelfstandigen (samen met D66, CDA en SGP), fiscaal voordelig maken om pensioen op te bouwen (net zoals voor werknemers). |
NSC | Publieke inkomensafhankelijke AOV, handhaving op schijnzelfstandigheid pas starten wanneer criteria voor handhaving helder zijn, ontwikkelbudget voor om- en bijscholing. |
GroenLinks-PvdA | Verplichte pensioenopbouw, collectieve AOV (met betaalbare premie en eerlijke bijdrage van opdrachtgever), sectorale minimumtarieven die minimaal gelijk zijn aan de volledige kosten van een werknemer in loondienst, handhaving op schijnzelfstandigheid en hierbij uitgaan van het werknemer-tenzij-principe. |
BBB | Geen verplichte AOV of pensioenopbouw, branchegerichte controle op schijnzelfstandigheid, huidige toeslagenstelstel afschaffen en vervangen door een systeem waarbij €30.000 van het inkomen voor de werknemer en werkgever belasting- en premievrij is. |
D66 | Collectieve AOV met opt-out, Initiatiefwet Zelfstandigen (samen met VVD, CDA en SGP), zelfstandigenaftrek wordt urenvoordeel. |
CDA | Verplichte AOV, maar met aandacht voor betaalbaarheid voor zelfstandigen. |
SP | Collectieve AOV en pensioenplicht. |
PvdD | Collectieve AOV en pensioenopbouw (met bijdrage van opdrachtgever), schijnzelfstandigheid beperken door invoering van ‘zelfstandigencontract’. |
ChristenUnie | Verplichte AOV, handhaving op schijnzelfstandigheid en hierbij uitgaan van het werknemer-tenzij-principe, fiscale voordelen voor zelfstandigen worden verder afgebouwd. |
Toelichting; Standpunten van de 10 grootste politieke partijen
PVV
De PVV kiest voor maximale keuzevrijheid. In haar programma stelt de partij dat zowel de arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) als het pensioen voor zelfstandigen vrijwillig moeten blijven. Wel wil ze premies betaalbaar houden.
Op het gebied van schijnzelfstandigheid wil de PVV de huidige Wet DBA volledig schrappen en het toezicht van de Belastingdienst beperken. Opdrachtgevers en freelancers bepalen zélf hun op welke manier zij hun samenwerking vormgeven.
Fiscaal blijft de PVV bij de bestaande regelingen: de zelfstandigenaftrek blijft behouden en er komen geen extra lasten voor kleine ondernemers.
VVD
De VVD zet in op een collectieve AOV, waar zzp´ers van af mogen wijken indien zijn kiezen voor een ´´private polis´´. Pensioenopbouw moet eenvoudiger en fiscaal voordeliger worden, bijvoorbeeld via individuele pensioenpotten.
Samen met D66, CDA en SGP ligt er een Initiatiefwet Zelfstandigen die met duidelijke criteria het verschil tussen werknemer en zelfstandige vastlegt. Handhaving op schijnzelfstandigheid richt zich vooral op sectoren waar misbruik veel voorkomt.
Voor mkb´ers wil de VVD de regeldruk met 20% verlagen.
NSC
Nieuw Sociaal Contract (NSC) pleit voor een collectieve, inkomensafhankelijke AOV voor álle werkenden. Preventie staat centraal om uitval te voorkomen.
Handhaving op schijnzelfstandigheid wil NSC pas starten wanneer de criteria hiervoor helder zijn.
Tevens richt NSC haar pijlen op een scherpere scheiding tussen werknemers en ondernemers. Om meer dienstverbanden en minder flexwerk te realiseren, moet volgens NSC uit worden gegaan van het volgende: een vaste baan moet de norm zijn, bij extreme drukte of ziekte worden uitzendkrachten ingeschakeld, zzp’ers worden enkel ingeschakeld indien zij als expert hun kennis als ondernemer beschikbaar stellen voor de maatschappij.
Op het gebied van scholing wil NSC voor iedere werkende een ontwikkelbudget beschikbaar stellen voor om- en bijscholing, dit budget zal ook beschikbaar zijn voor zzp’ers.
GroenLinks‑PvdA
GroenLinks-PvdA kiest voor verplichte pensioenopbouw en een collectieve AOV, waarbij opdrachtgevers een deel van de premie betalen. Premies zullen over het algemeen wel betaalbaarder zijn.
De handhaving op schijnzelfstandigheid blijft, hierbij wordt uitgegaan van het werknemer-tenzij-principe (je bent werknemer tenzij is aangetoond dat je als zelfstandige aan het werk bent).
Sectorale minimumtarieven die minimaal gelijk zijn aan de volledige kosten van een werknemer in loondienst en een minimumloon van €16,- moeten ervoor zorgen dat werken in loondienst aantrekkelijker is dan werken als zelfstandige.
GroenLinks-PvdA wil een Persoonlijk Ontwikkel Budget beschikbaar stellen voor alle werkende, dus ook voor zzp’ers, voor toegang tot (gratis) scholing.
Tot slot noemt GroenLinks-PvdA nog de 32-urige werkweek, deze doelstelling kan ruimte geven voor hybride vormen van het zzp-schap combineren met werken in loondienst.
BBB
De BoerBurgerBeweging (BBB) wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om personeel in dienst te nemen door de kloof in kosten én regels tussen vaste contracten en het inhuren van zzp’ers te verkleinen.
In hun fiscale plannen verdwijnt het huidige toeslagenstelsel; in plaats daarvan wordt de eerste € 30.000 aan loon en werkgeverslasten geheel vrijgesteld van belasting en premies.
Een verplichte, collectieve AOV ziet BBB voorlopig niet zitten. De partij pleit voor sectorale maatwerkoplossingen, met specifieke regelingen voor boeren en ondernemers in buitengebieden, zodat premies en dekkingen aansluiten op de praktijk.
Schijnzelfstandigheid beschouwt BBB vooral als een toezichtvraagstuk. De Belastingdienst moet branchegericht inspecteren in sectoren waar de kans op misbruik het grootst is, in plaats van een landelijke verscherping voor alle opdrachtnemers en opdrachtgevers.
D66
D66 wil de fiscale prikkel om als zelfstandige te werken hervormen door de zelfstandigenaftrek om te bouwen tot een urenvoordeel. Zelfstandigen die méér dan drie dagen per week actief zijn krijgen een dubbele aftrek, zodat inzet wordt beloond maar het gat met werknemers kleiner wordt.
Op het gebied van inkomenszekerheid kiest D66 voor een collectieve AOV met de mogelijkheid tot opt-out via een privaat alternatief. Pensioenopbouw moet toegankelijk en fiscaal aantrekkelijk blijven via individuele pensioenspaarpotten.
Als mede-indiener van de Initiatiefwet Zelfstandigen zet de partij in op duidelijke contractcriteria en geborgde handhaving op schijnzelfstandigheid, zodat opdrachtgevers en zzp’ers vooraf weten waar zij aan toe zijn.
CDA
Het CDA wil alle zelfstandigen verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Tegelijkertijd komt er een persoonlijk ontwikkelbudget zodat zzp’ers zich kunnen bij- of omscholen en zo hun inzetbaarheid vergroten.
Als mede-indiener van de Initiatiefwet Zelfstandigen benadrukt het CDA dat vrijheid geen vrijblijvendheid is. Opdrachtgevers mogen niet concurreren op loonkosten via schijnconstructies; de nieuwe wet moet daarvoor heldere grenzen trekken en de Belastingdienst meer handvatten geven om gericht te handhaven.
SP
De SP kiest voor maximale solidariteit: alle werkenden, óók zelfstandigen, vallen onder één publiek stelsel voor zowel arbeidsongeschiktheid (AOV) als pensioen.
De financiering verloopt via inkomensafhankelijke premies: wie meer verdient, draagt meer bij, waardoor de lasten voor lagere inkomens beperkt blijven. Private of sectorale polissen zijn volgens de SP overbodig; één publieke regeling biedt de beste bescherming én maakt collectief inkopen van dekking goedkoper.
Met zo’n universeel stelsel vervalt ook de fiscale uitzonderingspositie van zzp’ers. Het voorkomt een ‘’race to the bottom’’ op sociale lasten en garandeert dat werknemers en zelfstandigen op dezelfde basis bijdragen én beschermd zijn.
Partij voor de Dieren
De Partij voor de Dieren (PvdD) kiest voor een publiek stelsel van AOV én pensioen dat geldt voor alle zelfstandigen. Opdrachtgevers dragen verplicht bij aan deze collectieve voorziening, waardoor individuele marktpolissen overbodig worden.
Om een eerlijk loon te garanderen wil de PvdD het wettelijk minimumuurloon, en daarmee de onderkant van zzp-tarieven, verhogen naar € 16 per uur en automatisch indexeren. Daarnaast moet het aantal contractvormen worden teruggebracht tot vier, waaronder een afzonderlijk ‘’zelfstandigen-contract’’, zodat regulier werk in loondienst plaatsvindt en ondernemerschap duidelijk herkenbaar blijft.
ChristenUnie
De ChristenUnie wil het in 2023 afgesproken arbeidsmarktpakket zonder verdere vertraging in wetgeving omzetten. Zo moet de doorgeslagen flexibilisering met tijdelijke contracten en uitbesteding worden teruggedrongen en krijgen kleinere werkgevers minder risico bij ziekte van werknemers.
Zelfstandigen blijven volgens de ChristenUnie “echte ondernemers”, maar krijgen wel een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het fiscaal voordeel voor zzp’ers wordt stap voor stap afgebouwd om gelijke behandeling van alle werkenden te bereiken; tegelijkertijd gaan de loon- en inkomstenbelasting omlaag om werk lonender te maken.
Schijnzelfstandigheid moet strenger worden bestreden, met name in sectoren zoals de langdurige zorg waar de groei van zzp’ers volgens de partij de kwaliteit onder druk zet. Overall geldt: fiscale prikkels of lasten mogen nooit bepalen of iemand wordt ingehuurd of in dienst wordt genomen.
Dit zeggen de verschillende partijen over zzp’ers in de zorg
GroenLinks-PvdA, BBB, CDA en ChristenUnie noemen nadrukkelijk de zzp’ers in de zorg (of andere publieke sectoren) in hun partijprogramma. Lees hieronder waarom juist deze sector zo nadrukkelijk wordt genoemd en hoe de verschillende partijen kijken naar deze specifieke sector.
GroenLinks-PvdA
GroenLinks-PvdA wil het inzetten van zzp’ers in het publieke domein, en dan met name in de zorg, actief ontmoedigen. De overheid moet zelf het goede voorbeeld geven door vaste aanstellingen terug te brengen als norm. Volgens de partij holt de opkomst van zzp’ers de solidariteit binnen organisaties uit, drijft zij de kosten op en verhoogt zij de werkdruk voor collega’s in loondienst. Daarom wil GroenLinks-PvdA het aanbieden van vaste contracten stimuleren, aanbestedingen en subsidieregelingen verlengen om continuïteit te bevorderen en een maximaal aantal zzp’ers per zorginstelling invoeren. Bovendien moeten medisch specialisten voortaan standaard in loondienst komen.
BBB
De BBB wil in de zorg en andere publieke sectoren vooral méér vaste contracten; de overheid moet hierin het voortouw nemen. Om oneerlijke concurrentie op arbeidskosten te voorkomen, stelt BBB een maximumtarief voor zzp’ers vast op het niveau van een vergelijkbare werknemer in loondienst. Voor onregelmatige diensten geldt voor zowel werknemers als zelfstandigen een toeslag op het uurtarief.
CDA
Het CDA kiest voor duidelijke grenzen: per zorginstelling komt er een maximumaantal zzp’ers. Daarmee wil de partij waarborgen dat van het zorgpersoneel in loondienst blijft en continuïteit en kwaliteit gewaarborgd zijn.
ChristenUnie
De ChristenUnie wil het aantal zzp’ers in met name de langdurige zorg terugdringen, omdat de groei van zelfstandigen volgens de partij druk legt op kwaliteit, continuïteit en teamcohesie. In plaats daarvan moeten zorginstellingen werken met structurele banen en goede arbeidsvoorwaarden om personeel te binden.